Wat is de Gasketelwet?

De gasketelwet is ingegaan. Na jaren van onkunde, fouten en ongelukken is het on-gediplomeerd en on-gecertificeerd sleutelen aan cv-ketels per 1 april 2023 strafbaar. Dat heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken bekendgemaakt. In totaal heeft de wet 5 jaar vertraging opgelopen.

De Gasketelwet werd vlak voor de zomer voor de vierde keer uitgesteld. De Gasketelwet is een reactie op een rapport over koolmonoxidevergiftigingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2015. Aanvankelijk was het de bedoeling om de wet in januari 2019 in te laten gaan. Dik 5 jaar later is het dan zover. De wettelijke certificeringsregeling voor gasgestookte toestellen is nu een paragraaf in het Bouwbesluit.

Voor wie geldt deze gasketelwet?

De Gasketelwet is een wettelijke regeling die vakbekwaamheidseisen stelt aan alle cv-monteurs en installatiebedrijven in Nederland die ketels plaatsen en/of onderhouden. Monteurs moeten een theorie en praktijkexamen afleggen, het zogenaamde: “Vakmanschap CO” en bedrijven moeten zich certificeren.

Voorzitter Doekle Terpstra van branchevereniging Techniek Nederland:

“Het is goed dat de wetgeving eindelijk in werking treedt. De wettelijke CO-certificering is van groot belang om het aantal ongevallen met koolmonoxide terug te dringen.”

Niet alleen cv-monteur en installatiebedrijven verantwoordelijk gesteld in deze wet. Ook particulieren worden verantwoordelijk gehouden! De particulier die een bedrijf inschakelt is verplicht om een bedrijf en diens monteur zich te laten legitimeren bij de voordeur. Het legitimeren gebeurd via het Vakpaspoort. U kan als particulier van tevoren al bekijken of een installatiebedrijf voldoet aan de huidige wetgeving.

Via Centraal Register Techniek kan u zoeken op postcode naar een geschikt bedrijf of zoeken op bedrijfsnaam. Zo ziet u welke certificeringen een bedrijf heeft.

Ook particulieren strafbaar

Na 1 april 2023 zijn particulieren dus die hun ketelonderhoud door een niet-gecertificeerde installateur laten uitvoeren strafbaar volgens de wet. Installatiebedrijven die zonder de juiste papieren cv-ketels installeren of onderhouden kunnen ook worden beboet. De wet betekent dat de installatie van een cv-ketel en het periodieke onderhoud duurder worden. Opmerkelijk is het dat de overheid nog weinig heeft gedaan om dit bekend te maken bij de particulieren.

Meldingsplicht en database

Naast de certificering is er voor installateurs ook een meldingsplicht voor onveilige installaties – dat is het geval als er een concentratie boven de 20 ppm in de opstellingsruimte wordt gemeten. Ketels die een te hoog percentage koolmonoxide uitstoten moeten worden uitgeschakeld en gemeld worden. Gecertificeerde installateurs staan in een database, zodat consumenten kunnen checken of hun installateur de vereiste papieren op zak heeft.

Het keurmerk, dat verplicht is voor certificaathouders op alle uitingen die met werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties te maken hebben.
Onderhoudsmonteurs mogen na werkzaamheden aan gasketels, luchttoevoer en rookgasafvoer de installatie pas weer in gebruik nemen als de CO-concentratie in de opstellingsruimte onder de 5 ppm is. En de hoeveelheid koolmonoxide in de verbandingsgassen mag – in een gesloten toestel – niet boven de 400 ppm uitkomen. Bij een open toestel met afvoer ligt de drempel op 200 ppm, valt te lezen in de ministeriële regeling.

Handhaving

Installateurs zijn nog steeds aan de slag met het certificeren van mensen op basis van diploma’s, ervaringscertificaten en nieuwe opleidingen. Branchevereniging Techniek Nederland heeft voor haar leden een handboek opgesteld. Toch zijn er ook nog veel vraagtekens rondom de wet. Gemeenten zijn formeel degenen die de wetten moeten gaan handhaven, maar hebben eerder laten weten dit niet van plan te zijn.

Volgens de in werking getreden wet is als volgt bepaald:

5.2 Toezicht en handhaving van buiten het stelsel

Toezicht en handhaving van buiten het stelsel ligt primair bij het bevoegd gezag (veelal de gemeente). Het bevoegd gezag kan handhavend optreden bij overtreding van het verbod om zonder certificaat werkzaamheden te verrichten aan gasverbrandingstoestellen. Bij constatering van een overtreding kan daarom een herstelsanctie worden opgelegd, zoals een last onder dwangsom. Het bevoegd gezag kan zich daarbij richten tot zowel de installateur (diegene die de werkzaamheden verricht) als de bewoner/eigenaar (diegene die de werkzaamheden laat verrichten). Het bevoegd gezag heeft geen toezichtstaak ten aanzien van de aanwijzing van CBI’s; dat valt, zoals hierboven beschreven, onder de Minister van BZK.

Daarnaast kunnen de bepalingen in dit besluit privaatrechtelijk en strafrechtelijk gehandhaafd worden. Bij privaatrechtelijke handhaving kan gedacht worden aan de bewoner of eigenaar van een woning die op kan komen tegen oneerlijke handelspraktijken, niet-nakoming van een overeenkomst of onrechtmatig handelen van een (installatie)bedrijf. Strafrechtelijke handhaving verloopt via de Wet op de economische delicten, waarin regels krachtens artikel 2 van de Woningwet strafbaar zijn gesteld.

Bron nieuwsbericht